“Dansen met systemen.”


In deze lezing voor het opleidingsonderdeel ‘Inleiding tot het onderzoek in de kunsten’ in Bac 1 van KASK en Conservatorium, School of Arts van HoGent en Howest schets ik de Collectieve Collectie als een open onderzoeksproject met een dubbele houding (autonoom en vraaggedreven?) waarbij onderzoek eerder attitude/vorm dan uitkomst lijkt te zijn.

- door Kristof Van Gestel, 2023

Is artistiek onderzoek doelgericht?


Zoals dat bij onderzoek gaat, begin ik graag met een vraag. De inhoud van die vraag lijkt immers haaks te staan op de kunstpraktijk. Kunstenaarspraktijken zijn vaak serendiepe praktijken, subjectief en weinig doelgericht. Kunstenaar René Heyvaert zegt: 

 “Kunst is een uitvinding en uitvindingen kan je alleen maar vinden. Als je naar iets zoekt, vind je iets anders.”

René Heyvaert, Kunst is een tweesnijdend zwaard, 1976

Ik neem het kunstpraktijkproject (de Collectieve Collectie) als voorbeeld om het met jullie over die tegengestelden (doelgericht/vraaggedreven tegenover autonoom/subjectief/serendiep) als thema te hebben.


De Collectieve Collectie is in 2019 vertrokken met hele open onderzoeksvragen. Gaandeweg begonnen het project, de vragen die het opriep en de methodieken die er zich in ontwikkelden meer zelfreferentieel te worden en in zichzelf te draaien. Een deelnemer zei: ‘De werking van de Collectieve Collectie lijkt wel op Artificial Intelligence. In de zin dat het een zelflerend en zichzelf bijsturend systeem is geworden.’ Het systeem is inderdaad ervaringsgericht, niet enkel voor de deelnemers, maar ook voor mij als coördinator-kunstenaar. De protocollen - weliswaar analoog - worden voortdurend aangepast en bijgewerkt. De methodieken tussen mensen en dingen worden met groepen verkend en met volgende groepen verdiept en uitgebreid (of afgevoerd). Het systeem past zich voortdurend aan en breidt zich uit. Het denkt verder op opmerkingen en praktijken die deelnemers formuleren:

“In Dancing with systems van Donella Meadows lezen we dat het universum een chaotische knoeiboel is en de niet-lineaire zelforganiserende systemen waarin we leven inherent ongrijpbaar. Dit hoeft niet deprimerend te zijn, zegt Meadows. Als we als industriële mens ons verlangen naar controle kunnen afleggen en alert zijn voor verrassingen, willen leren, ons telkens aanpassen, dansen met het systeem, dan is heel wat mogelijk.” 

Barbara Debeuckelaere, in een tekst over Apparatus of Joy van Kristof Thomas, gelezen op de eindejaarstentoonstelling van School of Arts van Gent, juli 2022

De eerste protocollen van de Collectieve Collectie vertrokken vanuit End to End van de collectieve onderzoeksgroep Performing Objects bij Enough Room for Space in Brussel. Binnen Performing Objects verkenden we de eigenschappen van het medium performance. Partituren en protocollen worden daar vaak ingezet om collectief kader en structuur te geven aan acties, tijd en ruimte. Ook kregen we interesse in vormen van management; evengoed daar worden processen georganiseerd, meestal dan strikt doel- en productiegericht. Vanuit die observatie begonnen we een onderzoek naar de aard en het verloop van het creatieve proces van de kunstenaar. Elk van de leden van ons collectief formuleerde opdrachten voor de groep. Daaruit werd een werkbaar systeem gedestilleerd: End to End, refererend naar de aard van de processen bij Lean Management, een participatieve vorm van management ontwikkel bij TOYOTA in Japan. We voerden ons systeem van End to End als productiemethode uit in tentoonstellingen in Shanghai, Raversyde en Gent. Enerzijds dreven we de spot met productiegerichte systemen van management; toch zat er ook in onze procedure een doelgerichtheid, namelijk om een tentoonstelling te maken, of gewoon een artistiek samenwerkingsproces te organiseren en te tonen. 


Performing Object, End to End / M50,  Protoypes, Duplicates & Castoffs, LIU-SHUI-XIAN / Assembly
Line Project in M50 - Fei Contemporary Art Centre, Shanghai, China, 2015



Performing Objects, End to End / Raversyde, Private Tag, Vrijstaat O. / Atlantic Wall Museum / 
Raversyde, Oostende, 2016 


Toen de groep genoeg kreeg van het ‘performen’, was het werken met de procedure en de dingen voor mij nog lang niet klaar. Ik zag in het protocol een participatief en kunsteducatief potentieel.


Hoe kan ik een project organiseren gelijkaardig aan End to End op zo’n manier dat (heel gevarieerde groepen van) deelnemers er aan kunnen meewerken in betekenisvolle sessies en tegelijkertijd de ervaringen, betekenissen en protocollen ervan kunnen mee ontwikkelen?  


In een Artist in Residence bij cultuurhuis de Warande in Turnhout heb ik het basisprotocol ‘heruitgevonden’ als participatieve methode en als kapstok om op verder te werken. De onderzoeksvragen waren: 


Kunnen we de dingen ontmoeten? Spreken ze ons aan? Hoe doen ze dat? Wat hebben ze te vertellen? Wat vertellen ze over ons? Wat vertellen wij via hen? Komen we samen tot een dialoog? Heeft de ene macht over de andere? Is het een spel? En welke rol spelen woorden?


Een participatief onderzoek dus naar onze relatie tot de dingen. Na vier jaar - en na talloze sessies met (input van) groepen in scholen, instituten, instellingen, organisaties, ... - is de Collectieve Collectie een wijdvertakt netwerk geworden van relaties, praktijken, assemblages, collages, (deel)verzamelingen, handelingen, verhalen, foto’s, ... In sociale theorie spreken ze van een hub: een netwerk waarin mensen, dingen, concepten, plaatsen, ...  wederkerig en onderling op elkaar inwerken. Zowel in inhoud als in vorm is het project - naast over onze relatie tot de dingen - over de organisatie en ontwikkeling van dit soort netwerk beginnen gaan. De organisatievorm is dus een belangrijk deel van de inhoud geworden. Gaandeweg heb ik ook gemerkt dat de collectieve onderzoeksthema’s die aan bod komen de thema’s zijn die mijn praktijk al jaren aansturen. Veel van hen hebben te maken met attitudes van spel, weerstand, aandacht, materiële geletterdheid, dialoog, aanspreking, sympoiesis, ervaringsgericht leren, commons, ... Eronder sluimert een kritiek op het kapitalisme/neoliberalisme. Of alleszins: het participatieve protocol wil dingen mogelijk maken die in onze wereld steeds moeilijker schijnen te worden.


De Collectieve Collectie / Gesprekswijzer, 2023

Een bijkomende bijzonderheid is dat de Collectieve Collectie gaandeweg toch is ingezet voor verschillende functies. Bijvoorbeeld voor het organiseren van sociale cohesie met een subsidie vanuit Sociale Zaken in Antwerpen, voor een kunstintegratie bij een nieuwbouw vanuit het gemeentebestuur en basisschool de Stip in Arendonk, voor reflectie over erfgoed bij Erfgoed Noorderkempen, als een zorgproject in Albe vzw in Kapellen tijdens de Corona-lockdown, als een educatief project in atelier Textiele kunst in SLAC Leuven, als een kennismaking met het werken in 3D in Yellow Art in Geel, ... En voor een lezing over onderzoek in KASK & Conservatorium in Gent! Dus de Collectieve Collectie zelf is een soort onderzoeks- en productiemethode geworden. Of alleszins een lerend netwerk van praktijken dat op verschillende manieren kan benaderd en ingezet worden. 

Het artistiek onderzoek verloopt zonder duidelijk lineair doelgericht proces, maar het is wel onderzoekend, participatief, meanderend, serendiep en creatief. Theorie, taal, (maak)praktijken, dingen, mensen, ... spelen hierin wederkerige en elkaar aansturende rollen. Daaruit ontstaat een kunstpraktijkproject dat ook koppig en wars staat tegenover verwachtingen van onderzoek, functionaliteit en meetbaarheid. In onze neo-liberale wereld is men meer en meer bezig met op alles vat te proberen krijgen. En kunst is een autonoom veld dat zich niet graag functioneel laat inzetten of laat meten. In de Collectieve Collectie zit iets van verzet; omdat het zich niet laat inschrijven in gangbare praktijken en processen van productie en verkoop. Stéphane Hessel zegt: 

Scheppen is weerstand bieden! Weerstand bieden is scheppen!

Stéphane Hessel, Neem het niet!, 2011

Hierin spiegelt de kunstpraktijk het leven zelf; ook dat is niet functioneel, niet doelgericht. Wij moeten als mens voortdurend zelf betekenissen maken in de contexten waar we terecht komen. Zinvolle productie van betekenis is daarbij het belangrijkste. In feite zijn we op dat vlak allemaal onderzoekers en scheppers.